Financiering van de schuldhulpverlening

Financiering van schuldhulpverlening voor ondernemers

In het geval van schulden, financiële nood of andere geldproblemen kun je gelukkig terecht bij de overheid. Maar er zit nogal een verschil in oplossingen als je ondernemer of particulier bent. Want als particulier krijg je schuldhulpverlening op basis van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening, terwijl je het als ondernemer (de natuurlijke persoon) vaak zelf moet uitzoeken. Dat heeft te maken met de wijze van financiering van schuldhulpverlening. Terwijl iedereen hetzelfde nodig heeft.

Particulieren gaan naar de gemeente

Stel, je hebt schulden, dan ga je naar de gemeentelijke schuldhulpverlening of de Kredietbank. Volgens de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zijn gemeenten verplicht hulp te bieden aan ‘natuurlijke personen’. De schuldhulpverlening wordt voldaan uit de middelen voor het sociaal domein. Maar kun je via deze wet hier ook terecht als ondernemer? Nee. Want de gemeente beschouwt ondernemers niet als natuurlijke personen. Dat is onterecht, omdat de ondernemer met een eenmanszaak of vof privé aansprakelijk is voor de schulden uit de onderneming.

Ondernemers gaan naar …?

Als ondernemer kun je een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Dat is een regeling voor zelfstandigen met (tijdelijke) financiële problemen die het voortbestaan van hun bedrijf bedreigen. Kom je in aanmerking hiervoor? Dan kun je verschillende vormen van financiering krijgen. Zoals een tijdelijke aanvulling op je inkomen of een bedrijfskapitaal waarmee je eventuele schulden kunt aflossen. Maar de kosten van een schuldhulpverlener worden niet vanuit deze regeling gefinancierd. De kosten dient de ondernemer zelf te betalen of uit het Bbz-krediet te financieren. Terwijl deze alleen beschikbaar komt als de schuldenregeling is geslaagd.

Bovendien komen niet alle ondernemers in aanmerking voor Bbz: met een partner met inkomen op of boven bijstandsniveau vervalt het recht. En dat is waar het misgaat. Want die ondernemer heeft geen financiële middelen en het Bbz-krediet wordt alleen beschikbaar gesteld als de schuldenregeling is geslaagd. De financiering van het Bbz komt vanuit het rijk en is geoormerkt en kan dus niet worden gebruikt om de schuldhulpverlener in te huren.

Helaas brengt het stoppen van een onderneming nogal wat schade met zich mee: de ondernemer heeft geen inkomen meer, valt eventueel terug op de participatiewet en maakt gebruik van allerlei voorzieningen van een gemeente. Denk bijvoorbeeld aan re-integratietrajecten, een leegstaand bedrijfspand, ontslagen personeel, enzovoort. De kosten van schuldhulpverlening vallen in het niet bij deze kosten.

Dit kan niet de bedoeling zijn

De financieringsstroom is bepalend voor hoe de schuldhulpverlening eruit ziet. Ondernemers zouden op dezelfde manier hulp moeten krijgen als particulieren. Ze zouden net als de particulieren gewoon vanaf het gemeentelijk loket moeten doorverwezen worden naar een schuldhulpverlener, gespecialiseerd in ondernemers, wat vervolgens door de gemeente betaald zou moeten worden. Nu is er sprake van rechtsongelijkheid. En dat kan niet de bedoeling zijn. Daarom het verzoek aan gemeenten om in het beleid deze financiële middelen in te passen.